Van onze advocaat executeur. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 2 augustus 2017 uitspraak gedaan over het eindigen van de taak van de executeur en over de bevoegdheid om te procederen ten behoeve van een nalatenschap.

De erfenis van de erflater was onder het voorrecht van een boedelbeschrijving beneficiair aanvaard.

Het eindigen van de taak van de executeur

Op grond van artikel 4:149 lid 1 sub d van het Burgerlijk Wetboek (BW) eindigt de taak van een executeur wanneer de nalatenschap moet worden vereffend overeenkomstig de artikelen 4:202 BW.

De nalatenschap wordt niet vereffend en de taak van de executeur eindigt niet, indien er een tot voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegde executeur is en deze kan aantonen dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om alle schulden van de erfenis te voldoen.

De executeurs hebben verklaard dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots voldoende waren om alle schulden van de erfenis te voldoen. Nu niet is gebleken dat de goederen daarvoor onvoldoende zijn, betekent dit dat de hiervoor vermelde uitzondering van toepassing is op het bepaalde in artikel 4:149 lid 1 sub d BW.

Hieruit volgt dat de executeur, met uitsluiting van ieder ander, bevoegd zijn de erfgenamen in en buiten rechte te vertegenwoordigen (artikel 4:145 lid 2 BW).

De bevoegdheid om te procederen namens de nalatenschap

Weliswaar heeft de advocaat van de erfgenaam nog aangevoerd dat de beneficiaire aanvaarding is gedaan na een zuivere aanvaarding, maar indien dat het geval zou zijn geweest dan zouden nog steeds de executeurs bevoegd zijn om de erfgenamen in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

Het is immers noch gesteld noch gebleken dat de taak van de executeurs is geëindigd op een van de andere gronden als bedoeld in artikel 4:149 lid 1 BW.

De rechter gaat er dan ook van uit dat de taak van de executeur niet is geëindigd. Dat betekent dat ter zake van de vorderingen van de erfgenaam, die zijn gericht jegens de andere erfgenamen, alleen de executeur als procespartij kan optreden.

Dit betekent dat de rechter de vordering van de erfgenaam buiten beschouwing laat en dat de erfgenaam niet-ontvankelijk is in zijn vordering. Het hof betrekt alleen de vordering in de beoordeling van het hoger beroep dat is ingesteld door de executeur.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de taken en bevoegdheid van een executeur in een nalatenschap of over het procederen ten behoeve van een nalatenschap, belt u dan gerust onze advocaat executeur op 020-3980150.