De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 27 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot het ontslag van een executeur.

Verzoeker vraagt verweerder op grond van artikel 4:149 lid 2 van het Burgerlijk wetboek (BW) te ontslaan als executeur in de nalatenschap.

Hij voert daartoe aan dat er sprake is van gewichtige redenen.

Verweerder verstrekt namelijk niet of nauwelijks inlichtingen en er is verzuimd om (tijdig) een deugdelijke boedelbeschrijving op te stellen.

Voorts heeft verweerder geen, althans niet tijdig aangifte erfbelasting gedaan en is het legaat nog steeds niet uitgekeerd.

Verzoeker stelt dat hij sinds 2016 contact probeert te krijgen met verweerder over de afwikkeling van de nalatenschappen. Pas op 14 juli 2019 ontvangt verzoeker per e-mail bericht van verweerder.

De door verzoeker gevraagde inlichtingen en stukken over bijvoorbeeld de aangifte en aanslag erfbelasting; de huidige stand van zaken met betrekking tot de boedel en een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de nalatenschappen zijn echter nog steeds niet verstrekt.

In de brief van 19 februari 2020 stelt verzoeker dat hij na de zitting verweerder nogmaals heeft gevraagd om bepaalde informatie en stukken toe te sturen maar dat die nog steeds niet zijn ontvangen.

Verweerder voert verweer en vraagt primair de verzoeken af te wijzen.

Hij stelt dat er wel een boedelbeschrijving is opgemaakt en dat inlichtingen beschikbaar zijn voor verzoeker.

Verweerder heeft geen aangifte erfbelasting gedaan om dat hij dacht dat dit vanzelf zou gaan.

Inmiddels zijn er ambtshalve aanslagen ontvangen. Als verweerder wel aangifte erfbelasting had gedaan, had dit volgens hem niet tot heel andere uitkomsten geleid.

Verweerder concludeert dat de executele is geëindigd omdat er geen schulden meer zijn te voldoen.

Subsidiair voert verweerder aan dat er geen sprake is van gewichtige redenen om hem te ontslaan als executeur.

In de brief van 20 februari 2020 staat dat verzoeker op 19 februari 2020 is geïnformeerd en voorzien van de laatste relevante stukken.

Ontslag executeur. Gewichtige reden. Verschaffen van inlichtingen en het opmaken van een boedelbeschrijving. Verplichting tot het doen van aangifte erfbelasting.

De rechter overweegt als volgt.

In het testament van erflater staat dat belanghebbende een legaat toekomt ter grootte van zijn legitieme portie.

Gesteld noch gebleken is dat dit legaat is uitgekeerd.

Voorts is de kantonrechter niet gebleken dat verweerder eindrekening en verantwoording heeft afgelegd.

De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de executele nog niet is geëindigd zoals verweerder stelt.

Derhalve komt de kantonrechter toe aan de beoordeling van de vraag of sprake is van gewichtige redenen als bedoeld in artikel 4:149 BW.

Vaststaat dat verweerder geen aangifte erfbelasting heeft gedaan voor zowel de nalatenschap van erflaatster als van erflater terwijl dit wel zijn taak is.

Daarnaast blijkt uit de overgelegde correspondentie dat verweerder weinig tot geen informatie heeft verstrekt over de uitoefening van zijn taak als executeur.

Tot slot is het meer dan drie en een half jaar geleden dat erflater is overleden en is de executele nog steeds niet geëindigd.

De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat er sprake is van gewichtige redenen om verweerder als executeur te ontslaan.

Verweerder zal dan ook worden ontslagen als executeur in de nalatenschap van erflaatster en erflater.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat executeur over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het ontslag van een executeur, belt u dan gerust onze advocaat executeur op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de taken en bevoegdheden van de executeur, bezoek dan onze website over de executeur. Klik dan hier.