Het Gerechtshof Den Haag heeft op 15 april 2020 uitspraak gedaan over het loon van de executeur en de vergoeding van gemaakte kosten tijdens de executele.

Erflater heeft bij testament van 13 november 2014 beschikt over zijn nalatenschap en heeft verzoekster (zijn zus) en zijn broer tot enig erfgenamen benoemd, onder de gehoudenheid een drietal legaten uit te keren.

Verweerder is in het testament van erflater tot executeur benoemd

Loon van de executeur. Vergoeding van gemaakte kosten tijdens executele. Onvoorziene omstandigheden?

De rechter oordeelt als volgt.

Vast staat dat verweerder na het overlijden van erflater de zorg voor de kat van erflater op zich heeft genomen.

Het hof stelt voorop dat dit niet tot de taak van verweerder als executeur behoort.

Het hof is anders dan verweerder van oordeel dat er ook geen sprake is van een onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:258 BW.

Verweerder had er immers ook voor kunnen kiezen om de kat elders onder te brengen, bijvoorbeeld in een asiel.

Niettemin acht het hof het wel redelijk om de kosten van het verzorgen van de kat in de eerste periode, kort na het overlijden van erflater, te vergoeden.

Het hof begroot die kosten in redelijkheid op € 100,-.

Het hof is op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting van oordeel dat de rechtbank terecht en op de juiste gronden heeft geoordeeld en beslist dat verweerder de kosten van het huren van een aanhangwagen en een bestelbusje vergoed krijgt tot een bedrag van € 400,-.

Het hof overweegt daarbij nog dat verzoekster niet heeft weersproken dat verweerder de woning van erflater heeft ontruimd. Het hof acht het aannemelijk dat hij daarvoor een aanhangwagen heeft gehuurd, hetgeen kosten met zich heeft gebracht.

Het hof is van oordeel dat de door de kantonrechter vastgestelde vergoeding van totaal € 400,- niet bovenmatig is.

Een executeur heeft op grond van de wet in beginsel recht op eenmalig 1% van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag, tenzij sprake is van onvoorziene omstandigheden.

Het begrip onvoorziene omstandigheden dient te worden begrepen in de zin van artikel 6:258 BW.

Het hof is anders dan de kantonrechter van oordeel dat er in deze zaak geen sprake is van onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW.

Naar het oordeel van het hof vallen de door de executeur verrichte werkzaamheden (niettegenstaande de inspanningen die hij heeft geleverd) niet zodanig buiten de normale werkzaamheden van een executeur-testamentair dat een hogere vergoeding, gelijk aan die van een testamentair bewindvoerder, in dezen gerechtvaardigd is.

Het hof zal daarom de beloning van de executeur bepalen op basis van het wettelijk loon, derhalve € 900,- (zijnde 1% van het vermogen van de nalatenschap op 12 februari 2015), hetgeen tussen partijen niet in geschil is.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat executeur over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het loon van de executeur, belt u dan gerust onze advocaat executeur op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de taken en bevoegdheden van de executeur, bezoek dan onze website over de executeur. Klik dan hier.